(Her)introductie dove kat bij nieuwe katten

Alle tips op een rijtje:

• Geef de dove kat een ‘eigen’ kamertje met slaapplek, kattenbak, eten en drinken en speeltjes. Zo kan hij tot rust komen en voorkomt u verdere confrontaties met zijn huisgeno(o)t(en).

• Geef de dove kat genoeg aandacht maar dring niet aan. Maar vergeet ook de andere kat(ten) niet!

• Is de dove kat op zijn gemak in het kamertje begin dan met het uitwisselen van de geuren van de katten. Dit doet u door de katten beurtelings te aaien, vooral langs de mondhoeken (hier zitten o.a. geurklieren van de kat). Ook kunt u de mandjes/dekentjes waar de katten op slapen omwisselen.

• Vervolgens moeten de katten elkaar kunnen zien, zonder dat ze elkaar in de haren kunnen vliegen. U kunt de deur van het kamertje op een kier zetten en hier wat (kippengaas) tussen doen of misschien beschikt u over een hordeur. Zo kunnen de katten elkaar zien en ruiken, maar niet aanraken. Tegelijkertijd kunt u beide (of alle) katten wat lekkers te eten geven. Zet de voerbakjes zo dicht mogelijk bij elkaar, in elkaars zicht, maar wel zo dat ze op hun gemak zullen gaan eten. De bakjes kunt u langzaamaan elke keer als u weer wat lekkers geeft wat dichter bij elkaar zetten. Net zo lang tot de bakjes tegen de kier van de deur of tegen de hordeur staan. U kunt proberen om hen 2 of 3 maal per dag kleine porties van iets wat ze erg lekker vinden te geven.

Even volhouden

• De volgende stap is om de katten om te ruilen, dus de kat die apart zat los laten en de andere kat(ten) in zijn kamer laten met de deur op de kier. Zo kan de kat die apart zat op zijn gemak het verdere huis verkennen en de andere kat(ten) rustig de kamer met alle geurtjes van hem onderzoeken.

• Verloopt dit allemaal volgens plan dan kunt u ze samen in één kamer laten. Houdt die eerste keer uiteraard toezicht zodat u kunt ingrijpen als dat nodig is. Laat de kamerdeur open zodat er een “vluchtroute” is, mocht één van de katten daar behoefte aan hebben. Ook hier kunt u weer beginnen met wat lekkers aan te bieden op een veilige afstand van elkaar. Langzaam maar zeker kunnen de voerbakjes weer steeds dichter bij elkaar gezet worden.

• Mochten ze gaan vechten, spring er niet tussen, maar leidt ze af door lawaai te maken (in de handen klappen, een sleutelbos vlak bij hen gooien) of een speeltje vlak langs hen te gooien.

• Soms is valeriaan of kattenkruid een goed hulpmiddel. Probeer eerst bij elke kat afzonderlijk hoe deze hier op reageert. Veel katten vinden het heerlijk, gaan erop liggen rollen, aan kauwen, gaan kwijlen en het lijkt wel of ze in trance raken. Maar sommige katten kunnen er ook agressief van worden, of er helemaal niet op reageren. Als alle katten er positief op reageren kun je een beetje valeriaan in je handen wrijven en de katten er mee ‘inwrijven’. Dit kan helpen om de katten leuk te maken voor elkaar. Maar, als er één of meerdere katten niet of juist agressief op reageren kunt u dit beter niet gebruiken!

Hoe lang de gewenningsperiode moet duren zal o.a. afhankelijk zijn van het karakter van de dieren in kwestie.

Een dove kat heeft ook meer tijd nodig. Probeer niet teveel over na te denken. Trek aan de bel (mij benaderen) als je vragen hebt.

Heel veel succes,

groetjes, Elsbeth